olandese » tedesco

Traduzioni di „aanspraak“ nel dizionario olandese » tedesco

(Vai a tedesco » olandese)

aan·spraak <aan|spraken> [ansprak] SOST f

1. aanspraak (gelegenheid om met iem te spreken):

aanspraak
hij heeft wel wat aanspraak nodig

2. aanspraak (claim):

aanspraak
een aanspraak doen gelden
aanspraak maken op iets

Pagina in Deutsch | English | Español | Italiano | Polski